De verjongde olde Witte op het Noordscheveld
Peest behoort tot de oudere dorpen van Drenthe, al tussen 1298 en 1304 komt Peest voor in de registers van inkomsten die de proosdij van Sint Pieter te Utrecht toebehoren.
De markegrenzen waren toen nog niet altijd een uitgemaakte zaak. De etstoel het hoogste rechtscollege van het vroegere Drenthe kwam er regelmatig aan te pas. Haar uitspraak, een ordel, was bindend. In een ordel van 1499* wordt de marke grens van Peest met Donderen en Zeijen vast gesteld door het plaatsen van een steen. Bij de steen kwam een berkenboom te staan. Hoe vaak de berk herplant is, verteld de geschiedenis niet. Wel kreeg de berk de naam 'de Olde Witte' en werd een trefpunt voor de herders van Peest, Donderen en Zeijen. Voor de leesbaarheid hebben wij van de ordel een reconstructie gemaakt. De echte is in het Drents Archief te Assen (zie hiernaast).
Soms was het woeste land zo weinig waard, dat men het liever kwijt dan rijk was. De herrezen vrouw Lebbe overpeinst haar droevig lot
De geschiedenis van 'vrouw Lebbe' is daar duidelijk een voorbeeld van. Vrouw Lebbe werd dood gevonden tussen Zeijen en Peest geen van de beide markes wilde voor de begraafkosten opdraaien en meenden dat Lebbe niet in hun marke lag. Uiteindelijk hebben de boeren van Zeijen gezorgd dat Lebbe een graf kreeg. Wel werd er bepaald dat op de vindplaats een staok werd geplaatst als teken dat dit de grens tussen de beide markes is. Dit schijnt de boeren van Peest vele hectares heideveld gekost te hebben. | | De steen
Het bordje
Item tusschen die buer van Peest an die ene ende die buer van Dondre alz vanderschelyge in hoere marke is noch gewyst die Steenpaell, den die erfachtige buer vanden vier buerschappen naest geleghen alz Seyen, Suethvelt, Langloe ende Lyveren gewesen ende myt hoeren eden getuegnet hebben voir enen scheytpaela tusschen die van Peest, Dondre ened Seyen een ewich scheytpaell blyven sall; ende want die marckenscheidt daer die voeth paell noertwert op baeken sall, noch nyet geghaen en is, soe soelen noch die voirs drei burscappen balz Seyen, Lanlo ende Lyveren ende Suytveld nietb , den marckenscheyt voirt noirtwert gaen ende wysen tusschen die buer van Peest ende Dondre; dair solt sy dan oick noch mede to vreden wesen an beyden tsyden nae uutwysinge der voirwysinge, die to sunte Magnus dair van gewesen is. ------------------------------------------ De ordel van 1499 (reconstructie)
De gedenksteen bij de Lebbestaok
|