De witte reus De grote zilverreiger is zó groot en zó wit, dat je vanzelf even opkijkt. Ook als je geen vogelaar bent, sta je ervan te kijken: wat een beest! De ene keer landt hij midden in een weiland. Hij schrijdt door het hoge gras op zoek naar muizen en mollen. Als een volleerd jager kan hij op ieder willekeurig moment zijn pas inhouden. Zijn dolksnavel schiet onverwachts toe. De andere keer loopt hij het diepje af en speurt naarstig naar waterdieren en vissen. Hij blijft nooit lang stilstaan, maar gaat weldra weer verder. Niet alleen door zijn uiterlijk, maar ook door de actieve wijze van foerageren trekt deze hagelwitte gestalte de aandacht.
Eind jaren negentig was de zilverreiger in de winter nog een zeldzame verschijning in onze provincie. Aanvankelijk dook de vogel in de wintermaanden vooral op in het westen van het land. Maar nu dus ook in het noorden. De afgelopen jaren zijn meldingen in januari betrekkelijk gewoon. De laatste weken is deze reiger bijna dagelijks te zien tussen Peest en Vries. Dikwijls verblijft hij op de Peestermaden. Iedereen die van Norg naar Zeijen of Vries rijdt, heeft kans deze reus onder de reigers met eigen ogen te bewonderen. De grote zilverreiger is in Nederland zowel een winter- als een zomervogel. In 1978 broedde hier het eerste paar. In 2002 waren dat er 47. De belangrijkste broedkolonie ligt in de Oostvaardersplassen. De vereisten voor nieuwe kolonies zijn overjarige rietlanden en rust. In Nederland is de broedgelegenheid voor deze reiger dus heel beperkt. Hij zal daarom nooit zo algemeen worden als zijn bekende neef, de blauwe reiger. | |
De witte reus
Sommige vogels krijg je bijna nooit te zien. Maar in dit geval liggen de kansen stukken beter. Iedereen die zichzelf en bijvoorbeeld zijn trouwe viervoeter een plezier wil doen, moet maar eens het schouwpad langs het Oostervoortsche Diep nemen. Let dan vooral op de ‘gewone’ reigers. Ze proberen elkaar te verjagen en slaken daarbij rauwe, schorre kreten. Meer dan eens vloog de slanke, witte steltloper majestueus op, nadat de blauwe reiger de aanval inzette. Iedereen die wel eens met natuur bezig is, weet het: Als er een grote zilverreiger bestaat, dan is er vast ook een kleine. Dat is ook zo. De kleine zilverreiger broedt vanaf 1994 jaarlijks in Nederland. In 2002 waren het zo’n veertig paren. Ieder jaar komen er enkele bij. Maar kleine zilverreigers trekken in de herfst weg. Een witte reiger in de winter is dus vrijwel altijd een grote. Let anders even op de tenen. De kleine heeft helder gele tenen aan bijna zwarte poten. Bij de grote zijn ook de tenen donker evenals de rest van de poot. Gewoon, voor alle zekerheid. Chaim Zimet IVN Norg |