Luud luud … dielie dielie Het was op zo’n grauwe zaterdagmorgen. Het verplichte rondje met het hondje ging langs de ‘renbaan’ in Peest. Aan de ene kant van dit zandpad ligt grasland en aan de andere kant een smalle bosstrook. Het is een pad waar weinig te zien is behalve honden en hun baasjes. ’s Morgens vroeg moet alles nog een beetje op gang komen. De zenuwen zijn wat verdoofd en de spieren stijf. Maar na enige tijd dringen de heldere tonen dan toch door. Je hoeft heus geen vogelkenner te zijn om te horen dat dit bijzonder is. Maar weinig vogels zingen zo mooi: zuiver weerklinkend, rijk gevarieerd en lang aangehouden. In een keer ben je klaarwakker en spits je de oren. Nu zijn er twee die jubelen: de kleine vogel boven en de gelukkige wandelaar beneden. Intussen zoeken de ogen rusteloos de boomtoppen af. Horen alleen is niet genoeg, je wilt die lieflijke zanger ook zien. En jawel, daar in de lucht maakt de solist zijn zangvlucht die minutenlang voortduurt. Dan daalt hij in een spiraalvormige baan om te landen in een boomtop. Het duurt niet lang voordat hij weer opstijgt en opnieuw zijn wondermooie lied laat horen. Alle grauwheid is verdwenen als bij toverslag. Opeens is het lente: blij en opgetogen vervolg je de wandeling. De hondjes merken het ook. Ze lopen vief en dragen de staart mooi hoog. Deze topzanger is de boomleeuwerik, het kleine broertje van de veldleeuwerik. Hij is gemakkelijk te herkennen aan zijn korte staartje en zijn brede, lichte wenkbrauwen. Al in februari komt hij terug en in maart zijn er vaak al jongen. Het grondnest ligt meestal goed verstopt aan de voet van zijn zangboom. | |
Maar het is niet zijn uiterlijk, de hoogte van zijn zangvlucht of zijn kunstig gevlochten nest. Deze zomergast dankt zijn faam enkel en alleen aan zijn welluidende zang. Hieraan is ook zijn wetenschappelijk naam ontleend: Lullula arborea. Het eerste deel is een klanknabootsing want in zijn lied komen veel u- en ie-klanken voor. Ook in heldere nachten geeft deze fluitist concerten. Ze zijn in één woord indrukwekkend. Het duister en de stilte van de nacht maken van dit kleine gebeuren een onvergetelijk evenement. Het gaat goed met de boomleeuwerik. In de jaren tachtig broedden er in Drenthe nog ruim honderd paartjes. Nu zijn dat er weer een paar honderd. Die toename is raadselachtig omdat er in onze provincie geen nieuwe broedgebieden zijn bijgekomen. Vele moeten dus genoegen nemen met mindere plaatsen zoals de renbaan. Zijn buurman woont heel mooi aan de rand van het heideveld, de Negen Bergen. Wie twee vliegen in een klap wil slaan, weet dus waar hij moet zijn.
Chaim Zimet IVN Norg |